Bezoek aan zomers Deventer

De pittoreske binnenstad van Deventer is heel fotogeniek en doet soms zelfs buitenlands aan. In het Bergkwartier is het zelfs een beetje heuvelachtig. En er staan stokrozen tegen de oude gevels. Het lijkt soms net een openluchtmuseum. Deventer is dan ook één van de oudste steden van Nederland. De smalle straten nodigen uit om te dwalen. De kleine winkeltjes om leuke dingetjes te ontdekken. Of een tweedehands boek te kopen in één van de vele boekwinkeltjes.

Mijn bezoek was op 17 juli, het weekend na de watersnood in Limburg, België en Duitsland. Ik huurde een NS-fiets. Via het Rijsterborgherpark en de spoorbrug bereikte ik de zuidzijde van de IJssel. Het water stond er al flink hoog. Ik fietste over Camping Deventer, waar het water het kampeerveld al had bereikt. Na een korte wandeling – op blote voeten – door de uiterwaarden, nam ik het pondje naar het centrum van Deventer.

Mijn wandeling begon op De Brink, het marktplein in het centrum van Deventer. Daar zit ook het VVV. Midden op De Brink staat De Waag. Het gebouw staat een beetje scheef: zo’n 80 centimeter uit het lood. In De Waag konden verkopers hun handelswaar laten wegen. Aan beide kanten van het gebouw zat een poort waardoor met paard en wagen door het gebouw kon rijden. De Waag was tot 1862 in gebruik. Tegenwoordig worden het gebouw gebruikt als museum.

Ik loop richting de fontein aan de andere kant van De Brink en ga dan de Walstraat in. Je vindt er leuke winkeltjes en kleine koffietentjes. Na 150 meter ga ik de Golstraat in. Er zijn veel panden met prachtige oude gevels. Na twee bochten loop ik tegen de Bergkerk aan. Ik neem een kijkje in de kerk om de rust te ervaren. Het Bergkwartier voelt wat buitenlands aan. De heuvel, de oude gevels, de stokrozen. Via de kerksteeg en de Menstraat kom ik weer op De Brink.

Ik loop achter De Waag langs en dan door de Kleine Overstraat. Een heerlijke winkelstraat die je van het ene grote plein (De Brink) naar dat andere grote plein (Grote Kerkhof) brengt. Ik loop via de Vleeshouwerstraat en de terrassen op de Grote poot naar het Grote Kerkhof.

Aan mijn linkerhand vind ik het Stadhuis van Deventer. Het bestaat uit nieuwbouw van architect Michiel Riedijk tussen historische panden: van noord naar zuid De Hereeniging, het Landshuis en het oude stadhuis annex Wantshuis. Het oude stadhuis en de andere historische panden zijn naadloos in het nieuwe complex van het Stadhuis Deventer samengevoegd. In buiten- en binnengevels zit een eikenhouten gevelraster met verschillende formaten kozijnen, die zijn ingevuld met vingerafdrukken in aluminium: het zogenaamde Deventer raamwerk.

Het prachtige oude pand naast de nieuwbouw is het Landshuis. Hier ontving het stadsbestuur zijn gasten. Momenteel is het pand vooral in gebruik als trouwzaal.

Als ik me omdraai – er is geen ontkomen aan – zie ik de Lebuïnuskerk. De huidige kerk is een gotische hallenkerk uit de 15e eeuw. Deze kerk was vroeger rijk versierd en stond vol beelden en altaren, maar toen de calvinisten in 1580 de kerk in bezit namen, werd het interieur grondig vernield.

Ik loop langs de kerk door de Noordenbergstraat. Een kleine tip va mij: loop halverwege eens de Kranensteeg in. Een heel smal steegje met grote boven.

Ik sla rechts af Het Klooster in. Links ligt de Athenaeumbibliotheek en rechts het Het Buiskensklooster. De kloostertuin is opengesteld voor bezichtiging. Het is er heerlijk schaduwrijk.

Ik loop rechtdoor tot we bij de Nieuwstraat zijn. Ik sla rechtsaf. Aan mijn rechter hand zie ik het Gilde Hotel. Het is leuk om even een paar stappen naar binnen te zetten om het prachtige klassieke interieur te bewonderen. Dit pand heeft vele bestemmingen gehad van pastorie, een school, via ziekenhuis, tot het huidige hotel.

Via de Engestraat kom je bij de Broederenkerk. Ik ga er rechts de Broederenstraat in, weer rechts de Lange Bisschopsstraat. En direct de eerste links de Grote Overstraat om terug te keren op De Brink.

Het was een fijne stadwandeling met vele bijzonder monumenten en leuke winkeltjes. Deventer is zeker een aanrader.