Usability in 2014

Het gaat best goed met usability. Als user interface designers en usability onderzoekers hebben we jaren geklaagd dat we niet gehoord werden, maar plotseling lijkt usability zowaar populair.
Steve Jobs leerde CEO’s dat usability cruciaal onderdeel is van een succesvol merk. Steve liet zien dat je geld kan verdienen door dingen te maken die ook daadwerkelijk door mensen gebruikt kunnen worden.
OK, usability is het kleine broertje van de User Experience Design (UXD) familie. Maar bedrijven zijn zich meer dan ooit bewust van het feit dat ze dingen moeten maken die hun klanten daadwerkelijk moeten gebruiken. De motieven verschillen: soms wil men iets maken dat mensen super leuk vinden om er snel geld mee te verdienen; of men wil onvergetelijke ervaringen brengen; of gewoon leuk, inovatief en cool zijn.

Halverwege de jaren ’90 maakte ik op de Technische Universiteit kennis met usability. Ik leerde dat in het designproces iteraties de kern zijn voor een succesvol product. Ik leerde gebruiksonderzoek doen en las de boeken van Jacob Nielsen en Jared Spool. Usability bestond toen uit vijf aspecten:

  • hoe makkelijk ga je met het product aan de slag, de eerste keer (learnable).
  • eenmaal geleerd hoe het werkt; hoe snel doe je dan een basistaak (effectiveness).
  • eenmaal geleerd – en je werkt er een tijdje niet mee – hoe snel ben je dan weer op je oude niveau (memorable).
  • hoe snel maak je fouten, hoe erg zijn die fouten en hoe makkelijk herstel je de fouten.
  • hoe tevreden men je over het gebruik (satisfaction)

Tegenwoordig moeten we een stapje verder gaan:

  • je moet het product graag willen bezitten (persuasive zijn)
  • je moet het gebruik plezierig, of zelfs gaaf vinden (delightful)!

Ok, het gaat dus goed met de UX Community. Maar is de wereld zoveel bruikbaarder geworden de afgelopen twintig jaar?

Cool design en mode grillen hebben op veel websites de overhand:

  • alles is gecentreerd
  • mega grote afbeeldingen en super grote letters
  • weinig informatie op het scherm binnen de viewport
  • weinig visuele hiërarchie
  • alles op 1 pagina

Is dat de ultieme gebruikservaring?

En dan nog zo’n design trend: flat design

In de klassieke user interface maakt men onderscheidt tussen informatie en gebruikselementen. Gebruikselementen gaven we diepte met verwijzing naar real world interfaces, zoals knoppen. In flat design voert men een extra abstractie toe door geen diepte meer te gebruiken.

Flat design heeft als voordeel dat de user interface visueel rustiger oogt. Het kreeg een boost door het ontstaan van responsive websites die veel spelen met fonts en schaalbare afbeeldingen.

Flat design is hip, maar wel vaak minder bruikbaar.

ibooks-user-interface-2013OK, real world interfaces, zogenaamd “skeuomorphism” was ook niet altijd bruikbaar. Je ebooks in een boekenkast is leuk, maar niet echt nodig voor een bruikbare ebook bibliotheek. Dus in plaats van door te slaan naar totaal flat design, hadden we niet de juiste balans gevonden met een beetje diepte (bevels), reflectie en soms een drop shadow.
Totaal flat design is volgens mij geen vooruitgang geweest voor de bruikbaarheid van producten.

Dus hadden we de cool vs. bruikbaar strijd nu gewonnen? Of toch niet…

Technologie ontwikkeld zich extreem snel. Het is moeilijk om alles direct bruikbaar te lanceren. Het ontwikkelen van goede user experiences kost tijd en vraagt om veel onderzoek. De gebruiker heeft ook tijd nodig om nieuwe concepten te leren. En de shift van desktop naar tablet vraagt overwerk. Nieuwe apparaten komen sneller dan nieuwe bruikbare interfaces.

Welke naam we het vak ook geven, usability blijft altijd nodig.